Belang van doorbloeding

Wat is nu het werkingsmechanisme van osteopathie? Cliënten spreken wel eens over ‘magische’ handen, maar daar heeft het niets mee te maken. In de osteopathie wordt gewerkt op aantoonbare anatomische (micro)structuren. Dat de therapeut daarmee ook invloed heeft op andere niveaus (bijvoorbeeld het psychische) is onvermijdelijk, maar dit is niet de insteek van de osteopaat.
Osteopathie bevordert de beweeglijkheid en daarmee de doorbloeding van een gebied en de daarin liggende organen. Hoe?

De beweeglijkheid van organen wordt voor een belangrijk deel beïnvloed door de bindweefselvliezen die de organen omgeven. Tussen deze bindweefselvliezen lopen de aan- en afvoerende bloedvaten. Spanning in zo’n bindweefselvlies stoort de doorbloeding, waardoor de cellen van een orgaan onvoldoende voedingsstoffen krijgen toegediend en hun afvalstoffen niet kwijt kunnen. Zenuwweefsel is bijzonder gevoelig voor een goede doorbloeding en elk orgaan heeft deze aansturing nodig. Al met al komt de functie van het orgaan dus in het gedrang bij bewegingsverlies. Als een orgaan minder goed ‘presteert’ hebben alle structuren die afhankelijk zijn van de functie van dat orgaan hier last van en kunnen op hun beurt ook minder gaan functioneren. Een kettingreactie van storingen door het hele lichaam is het gevolg. Een goede bloed- en lymfe-afvoer voorkomt dat er zich (afval)stoffen ophopen en een goede bloedtoevoer zorgt voor een goede bevoorrading en informatieverschaffing (hormonen en bezenuwing).

Hoe kan osteopathie bijvoorbeeld bijdragen aan het bevorderen van een zwangerschap? Hormonen kunnen bij een slechte beweeglijkheid (en daarmee slechte doorbloeding) van de baarmoeder en/of hormoonproducerende organen (als hypofyse, bijnieren, eierstokken) deze moeilijker bereiken of verlaten. De baarmoeder of de hormoonregulatie kan daardoor minder gaan functioneren.