In de osteopathie is het behandelen van ‘verklevingen’ een belangrijke factor. Een echte verkleving is littekenweefsel, ontstaan na bijvoorbeeld een operatie of infectie. Littekens worden gevormd door bindweefsel, het weefsel waar de osteopaat mee werkt. Bindweefsel verbindt alle andere weefsels met elkaar en bevat veel informatie.
Een straffe bindweefselstreng, denk aan een litteken in de huid, is niet op te lossen door osteopathie. Wel kan de osteopaat de spanning van het weefsel halen. Daardoor wordt het littekenweefsel soepeler waardoor het omliggende weefsel, zelfs een heel orgaan, weer beter kan bewegen.
Niet alleen onze gewrichten, maar ook onze buik- en bekkenorganen moeten vrij kunnen bewegen ten opzichte van elkaar om goed hun functie te kunnen uitoefenen. Wanneer door operatie, infectie, een veranderd (westers) voedselpatroon of emotionele stress er tijdelijk minder beweeglijkheid is in de buik, kunnen al in korte tijd ‘verklevingen’ ontstaan. Dit zijn geen dikke bindweefselstrengen, maar lichte bindweefselverbindingen die echter wel de beweeglijkheid kunnen beïnvloeden en in de loop van de tijd sterker kunnen worden. Dit soort ‘verklevingen’ kan een osteopaat wel oplossen. Daarom wordt tijdens de intake altijd gevraagd naar operaties en infecties die iemand heeft doorgemaakt. Ook krijgt iemand de vraag of en waar deze in het buitenland is geweest, want in een ander milieu vindt altijd besmetting plaats met voor ons onbekende micro-organismen. Deze infecties kunnen jaren later via ‘verklevingen’ klachten veroorzaken.

Omentum majus - Wikipedia

Buikorganen staan in contact met de vliezen van de spieren die naar benen, bekken en wervelkolom lopen. Bij een ‘verkleving’ zal er voortdurende trek op een vlies in een bepaalde richting plaatsvinden. Bijvoorbeeld: een verkleefde blinde darm zal voortdurend trekken aan de spieren die naar het been lopen. Op lange termijn zal dit een minimale standsverandering geven van het been, wat allerlei (knie- of voet)klachten kunnen doen ontstaan. Of waardoor iemand sneller een knie verdraait of door de enkel gaat. Dan lijkt het of iemand zich overbelast, of pech heeft, maar eigenlijk is de kwaal of het ongeval een gevolg van langdurige trek vanuit de buik. Inderdaad ‘overbelasting’, maar op een andere manier dan de meeste mensen denken. Zo zijn ook veel rug– of uitstralingsklachten, spit of ischias, terug te leiden op ‘verklevingen’ in de buikholte. Door een (half)jaarlijkse behandeling kan dit soort ‘pech’ voorkomen worden.